Voor de zilveren SGA-cup waren we ingedeeld tegen de Kozakken Boys. Zij speelden in De Schakel in Diemen, de voormalige locatie van schaakclub Donner. Heerlijk om weer eens zo’n ouderwets buurthuis vol activiteiten te betreden. Er werd gemusiceerd, gebiljart, vergaderd en geschaakt. Nooit wegbezuinigen zo’n voorziening!
Best lastig trouwens, zo’n cupwedstrijd. Je weet tevoren de precieze krachtsverhoudingen niet, of je de kop van jut bent of de torenhoge favoriet. In een range van 1600-1900 is er van alles mogelijk. Aan het eind van de avond bleek dat wij de sterksten waren, op papier dan. En de underdogs wonnen, met maar liefst 3,5-0,5. Glorieus door naar de volgende ronde. Proficiat!
Het enige halfje werd gescoord door Roland. Hij was als laatste na half elf nog bezig: een interessant eindspel met enkel lichte stukken en wat pionnen, waarvan Roland er eentje meer had. Het was voor beide partijen riskant om op winst te spelen, dus de avond eindigde met zetherhaling. Leuk om nog eens naar te kijken.
De wedstrijd was toen al beslist. Aan bord 4 kreeg ondergetekende als enige een qua rating sterkere tegenstander tegenover zich. De voormalige extern wedstrijdleider gaf in de opening zomaar een pion cadeau en werd vervolgens kundig opgeknoopt 1-0. Rudolf, die de laatste weken matig presteert, was desondanks op bord twee gaan zitten. Om ‘de klappen voor de rest van het team op te vangen.’ Dat deed hij met verve. Rudolf koos een verkeerde verdediging en liet daarmee zijn Dame pennen: 2-0.
Nog niets verloren, als bord 1 en 3 zouden winnen kwam alles nog goed. Niet geheel onmogelijk. Van Léon aan bord 1 dachten wij dat hij goed stond. Maar opeens kwam hij een stuk achter in een stelling waarin meerdere stukken hingen, de meeste helaas van Léon zelf. Bij het tweede stukverlies keek Léon nog 10 seconden en boog toen het hoofd: 3-0. Roland moest berusten in een half punt en redde zo de eer.

Bij het weggaan wierp ik nog een jaloerse blik op de instrumentalisten die aan het begin van het pand onderdak hadden gekregen. Bij hen zat er wel muziek in.
Best lastig trouwens, zo’n cupwedstrijd. Je weet tevoren de precieze krachtsverhoudingen niet, of je de kop van jut bent of de torenhoge favoriet. In een range van 1600-1900 is er van alles mogelijk. Aan het eind van de avond bleek dat wij de sterksten waren, op papier dan. En de underdogs wonnen, met maar liefst 3,5-0,5. Glorieus door naar de volgende ronde. Proficiat!
De wedstrijd was toen al beslist. Aan bord 4 kreeg ondergetekende als enige een qua rating sterkere tegenstander tegenover zich. De voormalige extern wedstrijdleider gaf in de opening zomaar een pion cadeau en werd vervolgens kundig opgeknoopt 1-0. Rudolf, die de laatste weken matig presteert, was desondanks op bord twee gaan zitten. Om ‘de klappen voor de rest van het team op te vangen.’ Dat deed hij met verve. Rudolf koos een verkeerde verdediging en liet daarmee zijn Dame pennen: 2-0.
Nog niets verloren, als bord 1 en 3 zouden winnen kwam alles nog goed. Niet geheel onmogelijk. Van Léon aan bord 1 dachten wij dat hij goed stond. Maar opeens kwam hij een stuk achter in een stelling waarin meerdere stukken hingen, de meeste helaas van Léon zelf. Bij het tweede stukverlies keek Léon nog 10 seconden en boog toen het hoofd: 3-0. Roland moest berusten in een half punt en redde zo de eer.

Bij het weggaan wierp ik nog een jaloerse blik op de instrumentalisten die aan het begin van het pand onderdak hadden gekregen. Bij hen zat er wel muziek in.
Pion van zwart op c6 ipv op b7, in mijn herinnering.
Roland
ja, hoe zit het nou, zit ik een uur te zweten op de getoonde stelling en begrijp volkomen Niet waarom Roland niet wint, komt er een correctie. Het lijkt de krant wel!