Categoriearchief: Algemeen

Maart Ruurd z’n staart

Het beloofde een mooie avond te worden. Voor de return kwamen ze uit Almere.

In december wonnen wij nog met 4-0. Ook nu stonden m’n stukken na 23 zetten er aangenaam bij. Met hulp van twee torens en een loper was een pion op weg naar de lokkende overkant. Maar ja, zet 24. Waanzin. Chaos. Kortsluiting. Gvrklkk !

Ruurd zag het. En als een waar Admiraal (dat is tenslotte zijn familienaam) stuurde hij zijn plotseling ijzersterke stukken achter de mijne aan. Twintig zetten lang. Maar toen was ik ook geheel uitgekleed.

Ook Peter ging ten onder. Ook Tom.

In verhouding staan we een halfje voor zei Robert later opgelucht. Wat is dit een gezellige club, zei Ruurd tijdens de nazit met vele vluggertjes. Dat ik die wel won, bood nauwelijks troost.

Woensdagavond half acht

EsPion Academy

Beware the Idus of March. Shakespeare en Cesar wisten er alles van. Die vijftiende maart startte een boeiend inkijk in de kunst van ons lievelingsspel. Vanuit de luie stoel thuis werd de goed voorbereide presentatie van Casper via Zoom bekeken en besproken.
Er kwamen steeds veelzijdiger stellingen op het scherm.Het nut van korte variaties versus diep rekenwerk werd uitgewerkt. En als je dan de meest geforceerde zet vindt, welke kandidaatzet zie je nog over het hoofd?
Noem het maar een training in het spel van de nauwkeurigheid. Want stel dat je aanstaande maandagavond vier variaties ziet en drie zijn winnend, dan kan daarvoor nog steeds (oh schrik) een sluitende verdediging bestaan.
En dit is nog maar het begin. Woensdag 29 maart gaat ’t verder. Half acht. Een levendige training. Als je je aanmeldt bij Casper stuurt hij vooraf de Zoom-link.

Kun je tegen die tijd vertellen hoe je (zwart begint) de onderstaande stelling aanpakt?

Tata

Op het Hoogoventoernooi ging alle aandacht uit naar Judith Polgar en haar zusters Sofia en Sonja, maar vooral en heel prominent aanwezig was hun vader Laslo. Vrouwenschaak was aardig en leuk dat ze meededen, maar volstrekt oninteressant.

Laslo Polgar was psycholoog en eigenwijs. Hij had drie dochters, die tot het huishouden later waren bestemd, zoals de gangbare opvatting toendertijd was. De vrouwen die op de straten in Amsterdam demonstreerden voor gelijke rechten hadden nog een lange weg te gaan.

Laslo vond dat genieën niet bestaan, maar worden gevormd en om dat te bewijzen trainde hij zijn drie dochter met schaaklessen, keihard en zonder ophouden. Zijn vrouw was lerares en moest hem daarin ondersteunen en haar baan opgeven.

Ik heb het uit zijn eigen mond gehoord, toen hij in Wijk aan Zee een lezing hield over zijn werk en trainingsmethode. Iedereen kan schaakkampioen worden. Niet te geloven. We zagen jaar in jaar uit de Russen winnen en wisten ook dat de schaakacademie in Moscou grote schakers opleverde. Onze eigen Giri is helemaal uit Nepal met zijn ouders naar Moscou gevlogen om daar naar de schaakacademie te gaan en wereldberoemd te worden.

De dertienjarige Judith Polgar hield ook een simultaan in het Max Euwecentrum. Heel Amsterdam liep uit voor haar. Als schaakjournalist voor radio AFM vroeg ik Laslo of ik zijn dochter een paar vragen mocht stellen, dat mocht niet. Ik zei dat wij geen geld hadden, toen mocht ik met tegenzin een vraag stellen. Geniet je van al die aandacht? ”Een beetje” zei Judith.

Jos Kraay

Hels

Het zou een helse storm worden. Een gewaarschuwd schip gaat dan voor anker. Wij deden dat in de met heuvels omzoomde baai in het zuiden van Paxos. Tussen twee ankers en twee landvasten liggen we nu aan de kade van Theo, uitbater van een idyllisch terras-met-keuken-douches-toiletten, net wat je na een lange oversteek nodig hebt. En dan maar wachten op dat helse. Gelukkig heeft m’n zeilmaat een mooi, klein schaakdoosje.

Onder honderden jaren oude olijfbomen beginnen we onze eerste partij. “Ik kan het niet zo goed, hoor.” Jaja, dat heb ik vaker gehoord voordat ik ten onder ging in een veegpartij. Met voorzichtige vingers pakken we de kleine magnetische stukken – zeg gerust maar stukjes – en op het minuscule bord verschijnt zowaar een boeiende stelling.

Anubis is het er niet mee eens. Ze heet Selini, Grieks voor maan, maar lijkt een absolute wedergeboorte van de Egyptische hondgod. Ze is de derde persoon aan boord, mijn zeilmaat vertroetelt haar als een, nou ja, als een hondgod.

De wedergeboorte is het er niet mee eens dat de stukken de aandacht krijgen die zij verdient. Ze jankt wat, blaft wat en als dat niet helpt bijt ze opzichtig in haar staart. Nu heeft ze de aandacht van mijn zeilmaat. Niet doen Selini, zegt ze. Althans, dat neem ik aan, hun onderlinge verstandhouding gaat gehuld in het Grieks. Anubis kwispelt genadiglijk.

In de verte rommelt het. Er vluchten nu meer schepen de baai binnen. Het afmeren van zoveel tegelijk zorgt voor nerveus geroep en chaos op de kade. Altijd aardig om te zien als je zelf eenmaal veilig ligt. Altijd aardig om je mee te bemoeien als je zelf een hond bent. Anubis stort zich in de menigte, hapt hier en daar naar een aan wal geworpen landvast, loopt velen met gratie voor de voeten. Dit geeft zeilmaat en mij de kans om onze aandacht weer even op de partij te richten.

Na een rustige opening win ik een toren. Zeilmaat voert een zettenlange manoeuvre uit die uitmondt in een paard dat met schaak mijn dame neemt. Drop of dronder. Het gerommel wordt een heuse donder. Anubis vindt er het hare van. Vanaf de kade neemt ze een lang aanloop en springt honds tegen onze tafel met schaakbordje. Dat houden de kleine magneetjes niet, de stukken gaan met de schok mee en schuiven in het rond. We slaan aan het reconstrueren.

Als alles weer staat waar het stond, mist er een loper. Onder tafel, naast de tafel, het hele gebied rond de tafel, we zoeken en zoeken nog een keer. De loper blijft weg. Zeilmaat kijkt sip, een incompleet schaakdoosje is geen echt schaakdoosje. Nog een keer zoeken. Een klein steensplintertje brengt de noodoplossing, we promoveren het tot bisschop en spelen de teruggevonden stelling uit.

Dan gaan de stukken weer een voor een in het doosje, ook het steentje. Het wordt plechtig in het lege vakje van de loper gelegd. Mijn grapje dat het afwezige stuk niet voor niets “loper” heet, stuit op misprijzen. En dan moet het werkelijke helse nog losbarsten.

Ton van der Eyden overleden

Toen ik deze week Rob van der Eyden mailde of zijn vader ook dit jaar nog lid wilde blijven van EsPion, toen werd duidelijk dat Ton begin augustus in Torendael plotseling was overleden. Er was een kaart gestuurd naar ons, maar die was ergens blijven steken.

Ton was naar Torendeal verhuisd, vlak nadat EsPion die locatie had ingeruild voor de Gaaspstraat. Naar de club avonden op onze nieuwe locatie kwam hij niet meer. Maar schaken en erover lezen, dat deed hij nog altijd graag.

Omdat hij nieuwsgierig van aard was kon het soms even duren voordat een partij daadwerkelijk begon. Bij mij informeerde hij eerst uitgebreid naar mijn werk als pastor In het Lucasziekenhuis, waar Ton algemeen directeur was. Vervolgens wilde hij het fijne weten over het proefschrift van mijn vrouw. Hij vertelde ook graag over zijn eigen dissertatie. Daar was hij trots op. Je was zomaar een kwartier aan de praat voordat de klok eindelijk ingedrukt werd.

Ton had een brede belangstelling. Maar een aantal dingen kwamen abrupt tot stilstand toen zijn vrouw na een kort ziekbed in de jaren negentig overleed.

Jaren draaide hij mee in onze subtop, met een soort schaak dat mij niet goed lag. Ton begon vaak met aarzelende, onschuldig lijkende zetjes. Ik sukkelde in slaap waarna Ton onverbiddelijk toesloeg. Na afloop was hij niet te beroerd om uit te leggen waar ik het fout gedaan had. Ton was sowieso een man van sterke meningen en dringende adviezen, de wereld moest gered worden.

Al in de jaren zeventig voegde hij bij die woorden ook daden. Hij was maatschappelijk actief. Zo was hij in Amsterdam wethouder sociale en economische zaken voor de KVP en het CDA. Maar het voorvoegsel RK bij onze club mocht wat hem betreft wel verdwijnen.

Hij verraste wel vaker, zo nam Ton ooit een kleindochter mee naar de schaakavond.

Soms was ik hem met schaken de baas. Zo traag een partij op gang kwam, zo moeizaam kon hij hem beëindigen. Het opgeven van een verloren positie was niet zo zijn ding. Uiteindelijk verliet Ton hoofdschuddend het bord, tijdens het opstaan iets mompelend wat op een felicitatie leek. Geanalyseerd werd er niet.

De tachtig al ruim gepasseerd kwam hij nog steeds op zijn fiets naar de club. Ik teken ervoor.

De laatste jaren was hij stiller. Zijn bijdrage aan de club, die eerder o.a. nog bestond uit scherpe interrupties tijdens de jaarvergadering, met name als het over roken ging, die bijdrage werd nu een andere, een meer praktische. Aan het eind van de avond kon je hem zien rondscharrelen, plichtsgetrouw alle koffiekopjes en glazen verzamelend die het slordige schakersvolk in de grote zaal had laten rondslingeren.

Toen hij onder zachte aandrang van zijn zonen bij Torendael aangemeld werd, zal het personeel hem met open armen ontvangen hebben. Zo’n man kon je er goed bij hebben.

Een middag in het Amstelpark

Het was alweer drie jaar geleden, maar op de eerste zondag van september was het er weer: het zomerfeest in het Amstelpark. Er zijn dan allerlei activiteiten, van dansworkshops tot kunstexposities. Wij werden benaderd voor deelname als schakers en net als toen bleken een aantal leden bereid er een gezellige schaakmiddag van te maken.

Logistiek is het lastigste aan zo’n middag het transporteren van het benodigde schaakmateriaal. Gelukkig bood Peter Urbanus hiervoor hulp aan met zijn handige fietstassen en Johan was aanwezig om “toezicht te houden en commentaar te geven”. Daarmee was dit karweitje snel geklaard.


Bij aankomst op onze prominente plek bij de vijver dienden de belangstellenden zich al aan voordat alle borden goed en wel klaar stonden. Er werd geschaakt in de schaduw en in de zon. Tegen tegenstanders jong en oud en van ieder continent. Al snel moest ik het eerste halve punt cadeau doen tegen een broekie uit Oekrainë en de middag was nog maar net begonnen.

Ondertussen druppelden er nog meer leden van EsPion binnen. Pieter Kok nam het op tegen soms bijna 80 jaar jongere opponenten en Dick had speciaal vrijgenomen van zijn zondagse werkzaamheden om een paar parkgangers goed van het bord af te rossen. Ook Daniël en Peter Stolp hadden tijd voor een paar parkpotjes, hoewel die laatste met diens vrouw aan de zijlijn bleef.

Het kan ook zijn dat enkele clubleden mij ontgaan zijn, want even later was ikzelf volledig ondergedompeld in een driedelige match tegen een kundige schaakveteraan. Voor ik tijd had om adem te halen werd ik al uitgedaagd door twee broers van een gezin uit Brazilië. Acht en zes jaar waren ze maar toch al veel sterker dan hun vader, zo werd mij door hen met ondeugende grijnzen verzekerd. Het was een patroon op deze middag. Zo vertelde een man van middelbare leeftijd aan zijn tegenstander hoe hij van zijn elfjarige zoon geleerd had dat “alles om het centrum gaat”. Jong leert van oud maar andersom kan blijkbaar ook.


Rond vijven toverde Dick een zak borrelnootjes te voorschijn en werd tevreden teruggekeken op een geslaagde middag. Als de middag een schaakpartij was, dan was de opening goed, het middenspel enerverend en het eindspel vrolijk. Hopelijk volgend jaar september weer.

Constantijn

De klok loopt

Zouden we thuis weer als normale mensen door het leven kunnen? En hoe doet je dat trouwens, afkicken van een negendaags seniorentoernooi? Tips zijn meer dan welkom.

Bij aankomst in Utrecht moet de klus eigenlijk al geklaard zijn, de instemming van onze vrouwen voor een nieuwe schaakvakantie staat wellicht op het spel. Volgens de routeplanner gaat de terugreis acht uur in beslag nemen, dus beiden krijgen we 4.00 uur op de klok. Roland start de motor, mijn klok loopt.

Het gaat in de auto om te beginnen veel over ouder worden. Niet alleen je lijf verandert maar ook je oordeel over zaken. Niks mis mee, al kan het je ook onzeker maken (zie e-card).

Roland verbruikt veel tijd door te verhalen over een sterke Spanjaard, ooit in een ander toernooi, die opvallende belangstelling toonde voor zijn partij. Bleek later dat het resultaat de man zou kunnen helpen een prijs te winnen. Weg ego boost.

Mooi verhaal, maar ik had het al vaker gehoord. Niets om je zorgen over te maken, pas als onze ratingcurve schrikbarend zou gaan stijgen is het tijd om een dokter te raadplegen.

Er zijn globaal twee vormen van ouder worden. De eerste heb je zelf in de gaten. Met het opsommen daarvan gaan voor ons zomaar drie kostbare uren verloren. We zijn Stuttgart ruim voorbij. En de klok tikt onverbiddelijk door.

De tweede vorm is die, die jou zelf ontgaat maar door anderen opgemerkt wordt. Niet leuk als je daarmee geconfronteerd wordt.

Precies dat overkwam ons pijnlijk. Tijdens een georganiseerde wandeling met medeschakers vraagt iemand out of the blue of wij nog ‘funktionieren’? Doelt de man op onze partijen, sloffen we te veel, is onze conversatie warrig? Onze hakken staan klaar om in het zand te gaan.

Te voorbarig. Het blijkt een in Duitsland gangbare formulering om te informeren of je nog werkt. Een oprecht informatieve vraag bovendien van deze gewezen anesthesist, die er zelf mee worstelt dat hij sinds kort niet meer functioneert.

Roland en ik babbelen wat heen en weer, we ‘knacken’ de 500, de 400, de 300 km en draaien behendig om de vraag van het ordentelijk afkicken heen. Bij Koln zit er nog steeds weinig schot in de zaak en eenmaal aangekomen in De Meern blijkt dat beide vlaggen ruimschoots gevallen zijn.

Vanaf hier is het dus ieder voor zich. Hoe Roland weer een normaal en toegankelijk mens wordt weet ik niet, zelf ga ik naar een camping aan de Zevenheuvelenweg, vlak onder Nijmegen, om daar te midden van familie te ontdooien.

In het Limburgse blijft de kwestie me bezighouden. Rijdend door Groesbeek zie ik een lichtkrant lopen waarop afgeteld wordt naar Carnaval: nog 4204 uur te gaan! Ook een manier om af te kicken, denk ik, gewoon toeleven naar de volgende editie. Maar nee, dat is toch eerder overbruggen.

Het hangt hier vol wijze raad. ‘Niets moet, niksen mag’. Aanlokkelijk, maar hooguit voor een paar dagen. Kortom, ik ben er nog niet uit. Maar met rust gelaten word ik niet.

Zo zet de NRC van vrijdag opnieuw aan tot terugkijken op Bodenmais. ‘Afvalstoffen maken diepe denker moe’ kopt de krant. Na vijf uur krijgt de impulsiviteit van de vermoeide hersenen de voorkeur boven diepe analyses.

Precies dat gebeurde in de laatste partij van Roland. Hij kreeg na ruim vijf uur(!) remise aangeboden. Pion achter, tien minuten op de klok, zijn tegenstander nog twee. Er kon een pion teruggenomen worden, of toch niet? En de tegenstander had een lagere rating. Het zijn allemaal dingen om mee te nemen. Roland ‘dacht’ twintig seconden na en accepteerde. Ik vond het onbegrijpelijk dat hij niet langer de tijd nam. Er waren finesses die hij veilig nog vijf minuten had kunnen doorrekenen.

In mijn laatste partij gebeurde er iets waar de NRC niet over rept. Mijn hersenen waren na 25 minuten blijkbaar al oververmoeid. Laat ik met een diagram daarvan, ter vermaak, deze serie besluiten.

Na de laatste zet van zwart, 16..Dd8-d7, is het meteen uit. Ik zag het niet.

Ja, de eerste zet nog wel, maar het vervolg niet. Ik was zelfs trots op 18.Pcd5, waardoor er nog meer druk op de zwarte stelling komt.

Voor jullie op zeeniveau is de oplossing vast een makkie.

En al helemaal als je onder de vijftig bent….

Als onze vrouwen het goed vinden treffen we elkaar ooit weer in een nieuw blog.

De avonturen van Henk en Roland in Bodenmais:

1. Het verschrikkelijke juichen van Alexandra Popp
2. Risicomijdend
3. Boodschappen
4. Veelbelovend
5. Meisjes met rode haren
6. Geen kant op
7. Giftig
8. Scènes uit een huwelijk
9. Schijterig
10. Hemd
11. Kunterbunter
12. De klok loopt

‘Gebrouwen met trots-Hoppig Blond’

De Santpoortse Feestweek


Wat missen wij het Amsterdamse Kroegloperstoernooi! Gelukkig diende zich een mooi alternatief aan. Dick zocht een goede duo-maat. Ook weer niet té goed vermoed ik want nu pasten we precies in de groep met rating tot gemiddeld 1700.
Hij zal dat toch niet van te voren uitgerekend hebben? Nee, die gedachte laat ik passeren.
Daar is het achteraf bezien ook veel te gezellig voor geweest.

De Santpoortse Draf-en Rensport Vereniging organiseert jaarlijks een week lang festiviteiten, en dit schaaktoernooi is daar onderdeel van. En nu, zoals bij zoveel evenementen, voor het eerst weer na twee jaar.
De organisatie monterde ons enorm op door bij de inleidende toespraak een samenvatting van het weerbericht te geven: nu regen maar vanmiddag droog, hooguit wat motregen.
We hebben het geweten, de optimist!

Maar geslaagd was het sowieso. Iedereen vriendelijk en een gezellige combinatie van feestvierende Santpoortse incrowd en schakers.
’s Ochtends -in mijn onschuld dacht ik als enige met Dick Amsterdam daar te gaan vertegenwoordigen- vulde de trein zich met koppels uit onze stad.
Het dient hier vermeld dat slechts twee van de huiswaarts kerende koppels zich in de prijzen hebben gespeeld: Het duo Bosboom/Kobas en Dick/ondergetekende. Hiervan akte graag.

Er valt veel te zeggen over een bijna stunt van mij tegen de heer Doggers in ronde een. Het helpt als je iemand volstrekt niet kent vind ik.
Hoe dan ook, in beider tijdnood koerste hij op Dameruil aan. Voor de geïnteresseerden: mijn Dame stond ongedekt….  Echter, het eerste waar mijn oog op viel – tijdnood begrijpt u – was dat zijn Dame mijn ongedekte Paard leek te willen veroveren. Die / Dat heb ik dus maar snel in veiligheid gesteld. De rest kunt u zich voorstellen. En dan nog, het blijft als en dan.
Dick speelde in verschillende partijtjes ook wanneer weinig tijd fraai nauwkeurig en haalde 4 winstpunten in zeven partijen. Ik bleef steken op 3 punten. Dick zat mij enorm lekker te maken met de ratingprijs, maar die liepen we dus mis maar we eindigden met een mooie fles Santpoortse Donselaar, voor de niet kenners -onder wie ikzelf- vermeldt het etiket ‘Gebrouwen met trots-Hoppig Blond’.

Leuke kroegen, inclusief een Tearoom en een Chinees, vriendelijke mensen, kleinschalig: een aanrader voor volgend jaar!

Jaap Rietveld

Vandaag is Jaap Rietveld op vierenzestig jarige leeftijd overleden.
Jaap werd vorige week in zijn huis gevonden door de politie die was gewaarschuwd door de buren.
Ze troffen hem levend maar met ernstige pijn in zijn bed aan. Vandaag is hij aan de complicaties voortkomend uit een longontsteking overleden.

Er is een hoop te zeggen over Jaap en dan vooral de wat negatieve zaken. En die kloppen ook.
Jaap was eenzaam, dronk en gooide nooit wat weg. Hij liet niemand in zijn woning toe. Er gaan veel verschrikkelijke verhalen de ronde over hoe het zo ver heeft kunnen komen. Zelf wilde hij daar niet over spreken. Zoals het was was het goed.
In de buurt waar ik woon fietste Jaap rond. ’s Avonds, of liever ‘s nachts. Hij fietste zo langzaam dat het deed denken aan de surplace bij het baanwielrennen. Ongelofelijk dat hij nooit omviel. Tassen aan zijn stuur en een volle doos onder z’n snelbinders met kranten en boeken die hij bij veel buurtbewoners elke nacht in de brievenbus deed. Ik kreeg soms een schaakboek, dan weer een ansichtkaart met ‘Geluk’.
In het begin, toen we nog bij Torendael speelden en hij mij telkens Het Parool van de vorige dag (alle kranten waren nieuw maar van de vorige dag) in de brievenbus deed gaf ik hem regelmatig een borreltje. Dat deed hij op zijn beurt in een limonadeglas en vulde het aan met water. Matige drinker dacht ik nog. Maar hij had ook een heupflesje en als daar de dop vanaf ging…

Schaken was echt een grote liefhebberij maar z’n hele doen en laten maakten het voor niemand gemakkelijk om hem in de zaal laat staan als tegenstander te hebben. Ik herinner me nog een gesprek dat Eric Junge en ik met hem hadden hoewel de inhoud daarvan ben ik volstrekt vergeten. Het enige dat ik heb onthouden is dat wij later zeiden ‘wat weet die man veel’. Ja, je verkijkt je er ook gemakkelijk op.

Overigens was het niet alleen schaken waar hij zich mee bezig hield maar ook met de Amerikaanse basketbal competitie en dan vooral de nachtelijke wedstrijden. Want Jaap leefde ’s nachts. Voor de buurtkrant vragen ze mij of Jaap een bepaalde opening had. Nou, die had niet en om nou te zeggen dat zijn echte opening was schoenen uit, servetje op tafel, slaatje eten dan wel eerst scheren… dat laat ik maar achterweg.

Een markant figuur.

EsPion 3 kampioen in de viertallencompetitie

Net als Ajax trok EsPion 3 al in de voorlaatste ronde het kampioenschap naar zich toe.

Na acht wedstrijden de volle zestien matchpunten, dan denk je, dat was vast een makkie. Maar daarmee doen we onze mannen (Marcel, Cor, Robert, Jaap en Tom) echt tekort, want een aantal keren hing de winst aan een zijden draad. Het was soms hard werken voor dit kampioenschap.

Peter Stolp bleek de ideale vervanger voor Jaap de Kreek, die wegens gezondheidsrisico’s tijdelijk moest passen.

Laurierboomgambiet bood -net als Heerenveen- weinig tegenstand, kwam maar met drie man opdagen en nog voor 22.00 uur was de buit binnen. Goed gedaan mannen!

Komende maandag leggen we om 22.00 uur de competitie voor een kwartier stil. Er zullen bubbels zijn, ook alcoholvrije, er zal een een speech van de voorzitter en een klaterend applaus van de leden.

Henk Enserink

Tata: 2 winnaars, 3 net niet

Roland wist zijn groep 4 ongedeeld te winnen en mag volgend jaar in groep 3.
Tom had aan remise genoeg om eerste te worden. Dat lukte.
Mick moest winnen, kreeg een remise aanbod. Dat kon hij niet aannemen en na een urenlange strijd moest hij het hoofd buigen.
Hugo had ook aan remise genoeg om te triomferen, helaas hij werd eraf gegooid.
Klaas tenslotte besloot met winst en een tweede plaats.